|
|
|
De Flex-B.V.
|
Voordelen, maar ook nadelen!
Met ingang van 1 oktober 2012 gaat het B.V.-recht een nieuw tijdperk in. Het huidige B.V.-recht wordt ervaren als star en belastend, de huidige kapitaalbescherming werkt gebrekkig en het is onvoldoende concurrerend met verschillende Europese landen die al een flexibele besloten vennootschapsvorm kennen.
Antwoord hierop zijn de diverse aanpassingen in de wetgeving van de B.V., beter bekend als de Flex-B.V.. Zo wordt het o.a. eenvoudiger om een B.V. op te richten, kan de besluitvorming binnen de B.V. flexibeler worden geregeld en is er een grotere vrijheid om de onderlinge verhouding tussen de aandeelhouders en tussen aandeelhouders en B.V. te regelen. Daarentegen wordt o.a. de aansprakelijkheid voor bestuurders en aandeelhouders vergroot.
Een aantal in het oog springende wijzigingen zullen hierna de revue passeren.
Vereenvoudiging bij oprichting B.V.
Vanaf 1 oktober 2012 kan de oprichting van een B.V. Eenvoudiger plaatsvinden. Dit uit zich onder andere in het feit dat bij de oprichting geen storting meer behoeft plaats te vinden van een minimumkapitaal van € 18.000,-. Een aandelenkapitaal van € 0,01 is al voldoende! De aloude beschermingseis van het minimumkapitaal voor crediteuren wordt hierdoor verlaten.
Een andere vereenvoudiging ziet toe op de afschaffing van de bankverklaring (bij oprichting in contanten) of de accountantsverklaring (bij oprichting in natura). Wel dient de inbrengbeschrijving intern (voor aandeelhouders en certificaathouder) ter inzage worden gelegd.
De notariële akte blijft verplicht. Wel zijn er plannen om deze verplichting af te schaffen.
Flexibiliteit bij inrichting B.V.
De statuten van de B.V. geven de grondregels van de vennootschap weer. Onder het huidige recht is de inrichting van deze statuten redelijk star. Bij de nieuwe wetgeving kan de inrichting flexibel plaatsvinden.
Zo kunnen er aandelen zonder stemrecht of zonder winstrecht worden uitgereikt. Stemrechtloze aandelen kunnen een mooi instrument zijn in het kader van het aantrekken van risicodragend kapitaal, zonder dat dit invloed heeft op de bestaande zeggenschapsverhouding. Ook bij participatie van werknemers in de B.V. of bij familiebedrijven kan het worden toegepast. Van winstrechtloze aandelen kan bijvoorbeeld gebruik worden gemaakt in een bedrijfsopvolging binnen de familiesfeer.
De flexibiliteit komt ook tot uiting in de grotere vrijheid om de onderlinge verhouding tussen aandeelhouders te regelen of de verhouding tussen aandeelhouders en de B.V. Tot op heden werd dit vaak geregeld in een aandeelhoudersovereenkomst. Vanaf 1 oktober 2012 kan dit dus ook via de statuten.
Aansprakelijkheid bestuurder en aandeelhouder
Door o.a. de afschaffing van het minimumkapitaal zouden crediteuren minder worden beschermd. Om de kapitaal- en crediteurenbescherming te blijven waarborgen is er een grotere aansprakelijkheid van bestuurders en aandeelhouders in het leven geroepen. Dit kan als een nadeel worden beschouwd van de nieuwe wetgeving. Hoe werkt het?
Een winstuitkering (contant, maar ook bijv. inkoop van eigen aandelen en terugbetaling van kapitaal) moet namelijk vooraf worden goedgekeurd door het bestuur. Dit is een nieuwe taak van het bestuur t.o.v. de huidige wetgeving. Hierbij moet het bestuur toetsen of de B.V. na de uitkering kan blijven voldoen aan haar opeisbare schulden. De zogenoemde uitkeringstest! Als na goedkeuring toch blijkt dat de B.V. haar verplichtingen niet kan nakomen als gevolg van de winstuitkering, dan kunnen de bestuurders aansprakelijk worden gesteld voor het tekort dat door de uitkering is ontstaan. Hierbij geldt wel als eis dat de bestuurders het wisten of hadden kunnen weten. De referentieperiode hierbij is één jaar. Het is dus belangrijk dat bij een winstuitkering de onderbouwing van de uitkeringstest goed wordt vastgelegd. Bijv. door bij de notulen waarin tot de uitkering wordt besloten een document te voegen met de onderbouwing van de uitkeringstest.
Daarnaast kunnen ook de aandeelhouders die de winstuitkering hebben ontvangen en die wisten of hadden kunnen weten dat de B.V. door de uitkering in de problemen zou komen, aansprakelijk worden gesteld met als gevolg dat de uitkering geheel of gedeeltelijk moet worden terugbetaald. De zogenoemde vergoedingsplicht!
Vragen die bij deze grotere aansprakelijkheid opkomen, met name ook voor de wat risicovollere branches zijn:
- Wie werpt zich nog op als bestuurder?;
- Voorafgaand aan een uitkering zal in veel gevallen advies worden ingewonnen bij de accountant. Gaat de accountant een oordeel vellen over de toekomst?;
- Stapt men over naar de rechtsvorm van de N.V. omdat de vorengenoemde vorm van aansprakelijkheid van bestuurders en aandeelhouders daar niet geldt?
Overig
Nog even enkele korte andere aanwijzingen, waarop niet nader zal worden ingegaan:
- de verplichte blokkeringsregeling vervalt;
- de wettelijke geschillenregeling wordt flexibeler;
- de procedurevoorschriften voor een kapitaalvermindering vervallen;
- verplichting om het maatschappelijk kapitaal in de statuten op te nemen vervalt;
- de regeling voor financiële steunverlening door de B.V. Bij de verkrijging van aandelen vervalt;
- de regeling die extra eisen stelt als een B.V. binnen 2 jaar na eerste inschrijving in het handelsregister een transactie doet met oprichters of aandeelhouders, de zogenoemde ‘nachgründung’, vervalt.
Bestaande B.V.’s
De nieuwe wetgeving van de Flex-B.V. is in beginsel ook van toepassing op bestaande B.V.’s. Sommige bepalingen gaan echter enkel gelden als de statuten daarop zijn ingericht (bijv. stemrechtloze- en winstrechtloze aandelen). Buiten dat is er overigens geen verplichting om de statuten aan te passen.
Slot De nieuwe flexwetgeving biedt de nodige voordelen en mogelijkheden. Daarentegen is een belangrijk nadeel dat de aansprakelijkheid van bestuurders en aandeelhouders toeneemt. Raadpleeg een adviseur voor de ins en outs van de Flex-B.V. bij de oprichting en inrichting van de een nieuwe B.V. Of voor uw bestaande B.V.!
|
|
|
|